Van TikTok-hit Emily Henry en Jeroen Brouwers tot Gouden Griffel-winnaar Yorick Goldewijk en Emy Koopman. Dit zijn mijn favoriete boeken die ik las in 2022. Jeugdliteratuur 1. Blijf zachtjes bij me – Jacqueline Woodson Jacqueline Woodson is een grote naam in de jeugdliteratuur. Dit jaar las ik Blijf zachtjes bij me, dat al in 1998 uitkwam maar nu werd vertaald naar het Nederlands. Een prachtig boek over een wit Joods meisje en een zwarte jongen die allebei in New York wonen en naar dezelfde school gaan, maar uit verschillende werelden komen. Zonder cliché te worden schrijft Woodson in kleurrijke en poëtische taal over de liefde die opbloeit tussen de twee, waarbij je het bruisen van de stad kunt voelen. Heel erg goed, onder meer ook omdat het op subtiele wijze racisme en discriminatie aankaart. 2. Films die nergens draaien – Yorick Goldewijk Dit jaar won Films die nergens draaien van Yorick Goldewijk de Gouden Griffel. In dit boek volgen we Cato, wier moeder bij haar geboorte is overleden. Sindsdien is haar vader er nooit helemaal bij en is er een ietwat vervelende vrouw die hen helpt met het huishouden. Als Cato een geheimzinnig kaartje vindt over een verlaten bioscoop gaat ze daarheen – maar de bioscoop staat in verbinding met het verleden. Een ongelofelijk mooi boek waarvan je zeker een brok in je keel krijgt. Ik moest zelfs huilen. Een potentiële jeugdklassieker. Klassiekers 3. Bezonken rood – Jeroen Brouwers Dit jaar overleed Jeroen Brouwers, die een enorm oeuvre bij elkaar heeft geschreven. Ik las nog nooit iets van hem en dus, zo gaan die dingen, las ik pas na zijn dood een boek van hem. En dat bleek zo prachtig te zijn dat ik nauwelijks woorden kan vinden die er recht doen. Bezonken rood gaat over een Japans interneringskamp. Brouwers schrijft hierin uit eigen ervaring, uit de ogen van een kleine jongen, en dat raakt. Keihard, kun je wel zeggen. En bovenal is het wonderschoon geschreven. Dit is wat literatuur moet zijn, als je het mij vraagt. 4. De wetten – Connie Palmen Ik dacht altijd dat Connie Palmen heel ingewikkeld schreef, dat ik niets van haar boeken zou begrijpen. Dat ik te dom was, ik weet het niet. Hoe dan ook las ik dit jaar haar eerste boek: De wetten (1991). Over een jonge vrouw met een hang naar kennis en zingeving die allerlei mannen ontmoet waarvan ze wil leren. In de huidige tijd niet meer zo feministisch, hoewel de hoofdpersoon wel continu op alles reflecteert. Met prachtige stukken zoals: “De mannen weten veel van de wereld en weinig van zichzelf. Ze spinnen hele netwerken tussen de uiteenlopende dingen en soms hebben ze niet in de gaten dat hun kennis ook maar een manier is om de kop boven water te houden. Ik wel.” 5. En dan is er koffie – Hannes Meinkema Een andere ontdekking is Hannes Meinkema. Deze feministische schrijfster overleed dit jaar en ik had nog niet eerder iets van haar gelezen. Volkomen onterecht, want En dan is er koffie is anno 2022 nog net zo goed als in publicatiejaar 1976. In het boek volgen we een week lang zo’n 5 familieleden (Vader, moeder, een zus, een bastaardzus en een broer) en hun aanhang en het gaat het vooral over de dagelijkse dingen, de liefdesperikelen en de relaties onderling. Ontzettend grappig en scherp geschreven en Meinkema schuwt geen thema’s zoals abortus en seksualiteit. Tel daar het decor van Amsterdam uit de jaren ’70 bij op en je hebt een soort feministische versie van De Avonden. 6. Een vader en zijn dochters – Emmanuel Bove Zwarte humor en een redelijk onsympathieke man van in de zestig – dat klinkt niet direct als een boek dat je wilt lezen. Toch moet je dat zeker doen, want Bove schrijft zó goed dat je af en toe even moet bijkomen van al het literaire moois. Een prachtig klein verhaal over een man die in een groot huis in Parijs woont samen met zijn dienstbode en terugblikt op zijn leven. Ooit had hij een vrouw en een dochter en bovendien een eigen zaak. Nu gebruikt hij nog slechts één kamer in zijn enorme huis. Een kwetsbaar verhaal, een laatste kans en dat allemaal in licht ironisch en droevig Bove-jasje. 7. Moederland – Charlotte Perkins Gilman De beste klassieker die ik dit jaar las is Moederland van Charlotte Perkins Gilman. Moederland is een vergeten feministische klassier uit 1915 die als aanklacht tegen de Amerikaanse samenleving werd gezien. Het concept: drie mannelijke avonturiers Van, Jeff en Terry ontdekken een land waar enkel vrouwen wonen. Daar vallen ze van de ene verbazing in de andere en denken ze na over hun eigen samenleving. In dit zogenoemde Moederland is er niet één moeder die voor een kind zorgt (‘hoe kunnen er überhaupt kinderen zijn?’ hoor ik je denken, daar kom je ook achter) en draait alles meer om de natuur en collectivisme. Anno nu nog steeds een klassieker die je niet meer loslaat en nog steeds in mijn hoofd rondspookt. Literatuur uit 2022 8. Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde – Mona Høvring Mona Høvring mag ook niet ontbreken in mijn lijstje. De Noorse schrijfster doet een soort Thomas Mann-light in haar boek met de lange titel Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde. We volgen twee zussen van begin twintig: Ella, de verteller van het verhaal, en Martha. Martha heeft een zenuwinzinking gehad en wil in een hotel dat midden in de Noorse bergen ligt herstellen. In het hotel leren ze elkaar beter kennen en liggen er verleidingen op de loer. Van echt rusten komt het dus niet. Door de sferische stijl van Høvring zit je zelf meteen in de Noorse bergen waar een onderhuidse spanning voelbaar is. 9. Tussentijds – Peter Zantingh Peter Zantingh is wat mij betreft een van de beste schrijvers van Nederland. Dat liet hij dit jaar zeker zien met Tussentijds, dat toch enigszins onder de radar bleef. Het boek gaat over een treinreis van een jonge vader naar zijn vrouw in Duitsland. We lezen over hoe ze bij elkaar kwamen en nadachten over de toekomst – neem je nog kinderen nu het zo slecht gaat met het klimaat? Met Utrecht en Amelisweerd als decor, waarin de dementerende vader van de hoofdpersoon een mooie rol speelt, schrijft Zantingh op mooie ingetogen wijze over grote thema’s als klimaat en ouderschap. Ontzettend mooi en geen moment pretentieus of slecht geschreven, zoals ik veel klimaatromans (Zee Nu van Eva Meijer beviel me dit jaar bijvoorbeeld zeker niet) helaas wel vind. Maar Zantingh, lees hem alsjeblieft. 10. De bakvis – Nadia de Vries Als ik een favoriet boek mocht noemen van 2022 dan zou ik De Bakvis van Nadia de Vries kiezen. Zoals ik in mijn recensie al schreef over dit prozadebuut: “De Bakvis is een fascinerend verhaal over onschuld, het seksualiseren van jonge meisjes maar ook over uitgestelde rouwverwerking en psychische problemen. Hoe hou je jezelf staande in het leven? Nadia de Vries laat met dit boek zien dat ze uitstekend literatuur kan schrijven. Dit is namelijk literatuur, dit is wat ik vind wat literatuur is. Scherp geschreven zinnen, een eigen stijl en een personage dat door straten en parken loopt en ondertussen orde probeert te vinden in de chaos in haar hoofd. Als je dit boek nog niet op je radar had, dan heb je dat nu.” 11. Laat het stil zijn – Femke Brockhus Menig recensent was onder de indruk van Kleine haperende vluchten van Femke Brockhus, dat ik ook las en juist helemaal niet goed vond. Gelukkig las ik dit jaar ook haar debuut, dat ik wél ongelofelijk goed vond. In fragmentarische hoofdstukken worden we van een toneelstuk meegenomen naar een kamp. Volgens mij wordt het woord ‘oorlog’ niet eens genoemd, maar je voelt het tussen de zinnen. Een debuut dat beklemt en je niet meer loslaat. 12. De zwemmers – Julie Otsuka In een ondergronds lokaal zwembad gelden andere regels dan bovengronds. Degenen die er zwemmen, kennen de regels, storen elkaar niet en doen wat ze moeten doen: zwemmen. Daarover schrijft de Amerikaans-Japanse Julie Otsuka. Een van die zwemmers is Alice, een demente vrouw, die uiteindelijk de hoofdpersoon blijkt te zijn. Elk hoofdstuk is volkomen anders, maar het zwembad keert terug. Mijn favoriete deel is het hoofdstuk over de barst in het zwembad, dat iets absurdistisch heeft. Al met al een hele boeiende en onderhoudende roman over veel verschillende levens en óók slechts één. Non-fictie 13. Tekenen van het universum – Emy Koopman Tekenen van het universum van Emy Koopman kan niet in mijn lijst ontbreken. Dit autobiografische verslag gaat over de obsessie met de Canadees-Franse fixer A. Zoals ik in mijn recensie schreef: “Tekenen van het universum is een boek dat je langzaam verleidt. De openheid van Emy, de obsessie voor A., de filosofen en andere academici die worden aangehaald, het essayistische – het boek overstijgt zichzelf. De manier waarop Koopman haar obsessie tot in detail beschrijft en dat samenvoegt met Bataille, Lancan, maar ook kunstenaar Doré en feministes als De Beauvoir, is fascinerend. Het bedwelmde me. Het voelde alsof het de enige manier is waarop dit verhaal verteld kon worden. En ik denk dat dat ook zo is, dat als je een obsessie wilt beschrijven, dat dit de enige manier is. Dat het zo moet.” 14. Gesprekken met opa – Raoul de Jong Dit jaar was ook het jaar dat ik eindelijk audioboeken een echte kans gaf. Vooral korte boeken vind ik prettig om als audioboek te luisteren (want een boek dat voorgelezen zo’n 20 uur duurt, daar zie ik al direct tegenop). Hoe dan ook, ik luisterde naar Gesprekken met opa van Raoul de Jong. Eerder schreef De Jong al over zijn Surinaamse opa, in dit kleine boek gaat het over zijn Groningse opa. Een heel mooi en lief geschreven werk waarin Raoul zich met zijn opa vergelijkt, hij het met hem over zijn kindertijd heeft en over de liefde, maar ook over racisme. Ik was er erg door ontroerd omdat de band tussen de twee zo voelbaar is. Poëzie 15. Alleen de warme dagen waren echt – Rob van Essen Dit jaar debuteerde Rob van Essen als dichter met Alleen de warme dagen waren echt. Net als zijn romans soms ietwat absurdistisch, vol gedachtekronkels, maar ook altijd teder en bovenal: altijd raak. Zijn eerste bundel vond ik meteen een schot in de roos, dus laten we hopen dat er nog meer gedichten op de plank liggen. Een favoriet stukje uit deze bundel, uit het gedicht ‘De weg naar huis’: “er zijn treinen die niet zonder jou kunnen vertrekkenze zullen op je wachten zolang je er niet bentze zullen altijd op je blijven wachten en op het eindstation is men bereid je te omarmener is een kamer met een bed dat net verschoond isen een kastje met de boeken die je graag nog eens herlas” Young adult & meer 16. Family of Liars – E. Lockhart E. Lockhart zou je ook wel de Sally Rooney van de Young Adult kunnen noemen, zo goed schrijft ze. In de prequel van We Were Liars/Wij Leugenaars is dat niet anders. In Family of Liars (Zee van leugens is de Nederlandse titel) lezen we over hoe het vroeger ging op het privé-eiland voor de kust van Massachusetts van de Familie Sinclair. In korte verhalen vertelt E. Lockhart over de duistere geheimen die in de familie zitten, de tradities (citroenen zoeken op het eiland in de zomer) en bovendien de onderlinge relaties. Stilistisch zo onwijs sterk – met poëtische zinnen, maar ook ijzersterkte dialogen – dat ik elke keer weer onder de indruk ben na het lezen van een boek van haar. Een van de beste YA-auteurs van het moment, hands down. 17. Liefdeloos – Alice Oseman Dit jaar kan je de Heartstopper-gekte bijna niet gemist hebben. De Netflix-serie van de bekende graphic novels van schrijfster Alice Oseman kwam namelijk uit. Alleen is er nog veel meer in dit zogenoemde Heartstopper-universum....
Het bericht Dit zijn mijn 19 favoriete boeken van 2022 verscheen eerst op Bookbreak.